Lange tijd was nucleaire afschrikking en de daarmee gepaard gaande absurde idee van ‘gegarandeerde wederzijde vernietiging’ de dominante doctrine die een permanente bedreiging vormde voor het voortbestaan van het leven op aarde. Nucleaire afschrikking leek te impliceren dat kernwapens niet zullen worden ingezet. Maar vandaag is de inzet van kernwapens steeds meer mogelijk en acceptabel geworden. De nieuwe militaire doctrines verlagen de drempel voor gebruik van kernwapens, ook bij niet-nucleaire aanvallen. Daartoe worden nieuwe ‘mini’-kernbommen ontwikkeld. Zo worden ook ‘onze’ kernbommen, de B61’s, gemoderniseerd. Deze B61-12 kernbommen zijn bestemd voor de toekomstige nieuwe Belgische gevechtsvliegtuigen, de F35’s.
Het aantal landen met kernwapens is toegenomen, de meeste verdragen die kernwapens beperken zijn opgezegd of lopen binnenkort af. Deze situatie is ongekend ernstig. De kans op gebruik van kernwapens door terroristen verhoogt nog verder het gevaar, in het bijzonder in de ‘gastlanden’ van kernwapens zoals België. (lees de volledige oproep)
Actueel risico kernwapeninzet
Talloze veiligheidsexperts benadrukken dat het risico op een kernwapenontploffing momenteel nooit groter is geweest als sinds het einde van de Koude Oorlog. In januari 2018 werd de “Doomsday Clock” van de Bulletin of the Atomic Scientists Science and Security Board bijgesteld tot 2 minuten voor middernacht. Sinds 1953 kwam de Doomsday Clock nooit zo dicht bij middernacht. ‘The probability of global catastrophe is very high, and the actions needed to reduce the risk of disaster must be taken very soon’, stelde de Bulletin of Atomic Scientists.24 Ook een nieuwe studie van het United Nations Institute for Disarmament Research (UNIDIR) stelt dat ‘the threat of a nuclear weapon detonation event in 2017 is arguably at its highest in the 26 years since the collapse of the Soviet Union’. Het tempo van nucleaire ontwapening vertraagt, mondiale investeringen in kernwapenarsenalen stijgen, en nucleaire afschrikking staat nog steeds centraal in strategische veiligheidsdoctrines. Tegelijk is er sprake van toegenomen spanningen en confrontatie tussen nucleaire grootmachten (1), en hebben verschillende niet-statelijke terroristische actoren de intentie om kernwapens te verwerven (2).
Dergelijk veiligheidsklimaat maakt duidelijk dat significante vooruitgang in nucleaire ontwapening anno 2020 dringend vereist is. Hoe groter de onzekerheid in het geopolitieke– en veiligheidslandschap, hoe groter de kans op nucleaire misverstanden en misberekeningen. Geopolitieke spanningen tussen grootmachten moeten daarom een aanmoediging zijn om het proces van nucleaire ontwapening te versnellen in plaats van een excuus om een gevaarlijke en explosieve status quo in stand te houden. Dringende actie is vereist om de vastgelopen mondiale ontwapeningsarchitectuur nieuw leven in te blazen.
‘A nuclear war is more likely than one may hope, because it can start by mistake, miscalculation or terrorist provocation. There is a steady stream of accidents, and relying on never-ending luck is not a sustainable strategy. That’s why we support to negotiate a ban on nuclear arms’, stellen 3.754 wetenschappers uit 84 landen, inclusief 29 Nobelprijswinnaars en voormalig Amerikaanse defensieminister William Perry in een open brief.
Inherent veiligheidsrisico kernwapens
Risico op vals alarm
Kernwapens werden sinds augustus 1945 niet meer ingezet. Het tijdperk sinds de Tweede Wereldoorlog wordt daarom vaak voorgesteld als het bewijs van het succes van de militaire doctrine van ‘nucleaire afschrikking’. Sinds 1945 is er echter veelvuldig sprake geweest van het bijna-gebruik, bewust of incidenteel, van kernwapens, en ontkwam de wereld tientallen keren maar op het nippertje aan een nucleaire ramp of oorlog. UNIDIR-onderzoekers stellen dat de Koude Oorlog gekenmerkt werd door bijna-ongelukken, valse alarmen en ongelukken in en rond kernwapens. Zowel de Verenigde Staten als Rusland, de twee grootste kernwapenmachten, gebruiken een “launch-on-warning”-procedure die ervoor moet zorgen dat ze kernwapens kunnen terugvuren voordat een vijandelijk kernwapen zijn doel bereikt. Ze ontwikkelden hiertoe procedures die ervoor zorgen dat het bevel om een kernwapen in te zetten razendsnel uitgevoerd kan worden. Om dat laatste te verzekeren houden zowel de VS als Rusland een belangrijk deel van hun kernwapens op “high alert”, waardoor ze binnen enkele minuten afgevuurd kunnen worden.
Dergelijke procedures brengen enorme veiligheidsrisico’s met zich mee. Informatie over een mogelijke binnenkomende nucleaire aanval en bijhorende vergeldingsaanval moet binnen enkele minuten worden beoordeeld, waardoor het hele systeem inherent kwetsbaar is voor valse alarmen. Een tijdslijn van het James Martin Center for Nonproliferation Studies en het Nuclear Threat Initiative maakt duidelijk dat een Amerikaanse president 8 minuten zou hebben om een beslissing te nemen over een mogelijke vergeldingsaanval. De kans is uiterst reëel dat een vals alarm niet als dusdanig herkend zou worden in die 8 minuten30. Alleen al tussen 1977 en 1984 vonden minstens 1.152 gevallen van zo’n vals alarm plaats. (3)
In theorie zouden de VS en Rusland kunnen beslissen om de “launch-on-warning”-procedure stop te zetten, maar in de praktijk is duidelijk dat de procedure een integraal deel uitmaakt van de Amerikaanse en Russische veiligheidsdoctrines en het geloof in nucleaire afschrikking. Het verminderen van de tijdsdruk zou bovendien nog steeds niet het gevaar op een verkeerde inschatting elimineren. UNIDIR besluit dan ook dat enkel de totale eliminatie van alle kernwapens dergelijke veiligheidsrisico’s kan uitschakelen.
Nucleaire bijna-incidenten
Vrijgegeven documenten tonen hoe er de afgelopen decennia verschillende gevallen zijn geweest van botsingen met en branden aan boord van Amerikaanse nucleaire onderzeeërs en marineschepen. In verschillende gevallen zonken de nucleaire onderzeeërs en marineschepen en werden hun kernwapens nooit teruggevonden.3 In het Verenigd Koninkrijk vonden 16 botsingen plaats tussen nucleaire onderzeeërs tussen 1979 en 2014. Sinds het einde van de Koude Oorlog woedden er 266 branden: 11 op nucleaire onderzeeërs en 158 branden in het Atomic Weapons Establishment. (4)
Een studie van de gerenommeerde Britse denktank Chatham House identificeert daarnaast minstens 13 gevallen, tussen 1962 en 2002, waarbij kernwapens bijna werden ingezet als gevolg van menselijk of technisch falen. Een aantal gevallen springen hierbij in het oog:
- Op 3 juni 1980 werd de toenmalige Amerikaanse Nationaal Veiligheidsadviseur Brzezinski uit zijn bed gebeld met de boodschap dat de Sovjet-Unie 2.200 kernwapens had afgevuurd op de Verenigde Staten. Brzezinski had drie minuten om te beslissen of hij president Jimmy Carter waarschuwde, die vervolgens vier minuten had om een nucleaire tegenaanval te autoriseren. Vlak voordat de derde minuut verstreek, werd Brzezinski op de hoogte gesteld dat het een vals alarm betrof. (5)
Op 25 september 1983 signaleerde een Sovjetsysteem vijf mogelijke binnenkomende Amerikaanse kernwapens. De dienstdoende officier, Stanislav Petrov, moest onmiddellijk beslissen of hij de Sovjetleiding zou inlichten, die vervolgens maximaal 10 minuten zou hebben om een vergeldingsaanval uit te voeren. Petrov schatte correct in dat het om een vals alarm ging en lichtte zijn superieuren niet in. Pas na 20 minuten bleek dat zijn inschatting correct was. Het verhaal van Petrov werd verfilmd in ‘The Man Who Saved the World’. - Op 25 januari 1995 identificeerden Russische radarsystemen een Noorse onderzoeksraket foutief als een inkomend kernwapen, hoewel de Noorse autoriteiten Rusland op voorhand hadden ingelicht over de lancering van de onderzoeksraket. Toenmalig Russisch president Jeltsin kreeg binnen de 3 minuten de nucleaire koffer gepresenteerd. Hij moest binnen enkele minuten beslissen over een nucleaire tegenaanval, en besloot uiteindelijk om geen vergeldingsaanval uit te voeren.
- Op 13 januari 2018 werd via het Amerikaanse “Emergency Alert System en het Commercial Mobile Alert System” een alarm verspreid via televisie, radio en mobiele telefoons in de Amerikaanse staat Hawaii waarin werd aangekondigd dat er een ballistische raket op hen afkwam en dat het geen waarschuwingsoefening was. 38 minuten later kwam het verlossende nieuws dat het om een foutieve waarschuwing ging. De beslissing om de bevolking te waarschuwen was genomen op basis van verkeerd geïnterpreteerde video’s. “We hebben geluk gehad”, zei de voormalige Amerikaanse minister van Defensie Robert McNamara, nochtans geen grote pascifist, over het incident.
Sinds 1950 vonden ook minstens 32 gevallen plaats van zogenaamde “Broken Arrows” incidenten met kernwapens. Een “Broken Arrow”-incident heeft betrekking op de accidentele lancering, detonatie, diefstal of verlies van een kernwapen. Tot op heden werden 6 kernwapens verloren en nooit teruggevonden. (6)
Het gevaar op een nucleaire ramp met catastrofale humanitaire gevolgen is dus allesbehalve ondenkbeeldig. ‘Incidents similar to those that have happened in the past are likely to happen in the future (…) For as long as nuclear weapons exist, the risk of an inadvertent, accidental or deliberate detonation remains’, benadrukt Chatham House. (7) De denktank wijst daarnaast op nieuwe gevaren zoals het verwerven van kernwapens door terroristische groeperingen of de ineenstorting van fragiele staten met een kernwapenarsenaal.
1 Barrett, A. (2016): ‘False Alarms, True Dangers? Current and Future Risks of Inadvertent US-Russian Nuclear War’, The Rand Corporation; Kulacki, G. (2016): ‘The Risk of Nuclear War with China: A Troubling Lack of Urgency’; Berls, R.E. en Ratz, L. (2015): ‘Rising Nuclear Dangers: Assessing the Risk of Nuclear Use in the Euro-Atlantic Region’.
2 Zie bijvoorbeeld ‘Al Qaida’s pursuit of weapons of mass destruction: the authoritative timeline’, 25 januari 2010, Foreign Policy
3 ‘Declassified: US nuclear weapons at sea’, 3 februari 2016, Federation of American Scientists.
4 Ritchie, N. (2014): ‘Nuclear Risk: The British Case’; Zie ook Edwards, R. (2016): ‘Nukes of Hazard: The Nuclear Bomb Convoys on Our Roads’.
5 Zie in dit verband ook ‘The Fear Factor’, 8 juli 2010, Foreign Policy. Zie ook ‘A conversation with Zbigniew Brzezinski’, 30 maart 2012, https://www.youtube.com/watch?v=oTKOqH0mF9c&feature=youtu.be&t=9m34s.
6 Zie http://www.atomicarchive.com/Almanac/Brokenarrows_static.shtml
7 Chatham House (2014): Too Close for Comfort: Cases of Near Nuclear Use and Options for Policy, p. vi.