Standpunten Vlaamse politieke partijen over kernontwapening

/ mei 20, 2019/ Nederlands



Uit een bevraging van april 2019 blijkt er in ons land een groot draagvlak te bestaan voor kernontwapening. De vraag stelt zich wat onze politieke partijen denken en vooral wat zij in de volgende regering gaan doen voor kernontwapening. Als zij de publieke opinie ernstig nemen dan moeten ze serieuze stappen zetten en nagels met koppen slaan. Lees er hier alles over.

Context

Anno 2019 spelen kernwapens opnieuw een centrale rol in de internationale politiek. De Amerikaanse President Trump zegt aan sneltreintempo ontwapeningsverdragen met Rusland en Iran op. Noord-Korea werkt verder aan de uitbouw van een kernwapenprogramma. Alle negen kernwapenstaten werken ondertussen aan enorme moderniseringsprogramma’s van hun nucleaire arsenalen, waardoor deze massavernietigingswapens nog decennia kunnen blijven bestaan.

Het Non-Proliferatieverdrag uit 1970, waarin niet-kernwapenstaten beloofden om geen kernwapens te verwerven in ruil voor de belofte van kernwapenstaten om volledig nucleair te ontwapenen, staat onder enorme druk door de niet-ingeloste beloftes van de kernwapenstaten. Een nieuwe nucleaire wapenwedloop loert om de hoek, en is volgens sommigen al ingezet.

Er is echter ook een lichtpuntje te midden van deze nucleaire duisternis. Op 7 juli 2017 namen 122 VN-lidstaten een nieuw VN-Verdrag aan voor een Verbod op Kernwapens. Dit verdrag treedt in werking nadat 50 landen het hebben ondertekend en geratificeerd. Het nieuwe verdrag moet de politieke druk op kernwapenstaten verhogen om versneld te ontwapenen, de mondiale bewegingsvrijheid van nucleaire arsenalen inperken, en ervoor zorgen dat financiële instellingen zich terugtrekken uit de kernwapenindustrie. Het heeft nu al een concrete impact. De afgelopen twee jaar trokken verschillende grote banken en pensioenfondsen zich terug uit de kernwapenindustrie.

Waar bevindt België zich in deze debatten? Ons land speelt een belangrijke rol in de instandhouding van de nucleaire status quo. De uittredende regering boycotte de onderhandelingen over een VN-kernwapenverbod, weigert Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel te verwijderen en wil nieuwe gevechtsvliegtuigen wellicht uitrusten met de capaciteit om kernwapens te kunnen inzetten. 

Die status quo-houding staat in schril contrast met de Belgische publieke opinie. Uit een peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens liet uitvoeren in april 2019, blijkt duidelijk dat de Belgische bevolking een totaal ander kernwapenbeleid wil.

  • Een 2/3 meerderheid wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent (64%).
  • Een duidelijke meerderheid (53 %) wil dat nieuwe F35-gevechtsvliegtuigen niet uitgerust worden met een nucleaire capaciteit, dubbel zoveel als de voorstanders van zo’n nucleaire capaciteit (27 %).
  • Het aantal tegenstanders van een blijvende aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel is bijna dubbel zo groot als de voorstanders van een verlengde aanwezigheid (49 % vs 27 %).

Zal de volgende federale regering de Belgische publieke opinie eindelijk ernstig nemen? Het antwoord zullen we kennen na 26 mei 2019, wanneer politieke partijen een nieuw regeerakkoord onderhandelen.

In afwachting daarvan bevroeg de Belgische Coalitie tegen Kernwapens de verschillende politieke partijen, om zo hun standpunten over kernwapens nauwkeurig in kaart te kunnen brengen. In wat volgt vindt u een samenvatting van de antwoorden, evenals een aantal kritische bedenkingen en een fact check bij bepaalde claims.

 1. N-VA

De N-VA verzet zich tegen een Belgische “eenzijdige” ondertekening van het VN-kernwapenverbod, en zegt dat hierover een consensus moet zijn tussen NAVO-lidstaten. Ze stelt hiertegenover dat “de N-VA zal blijven pleiten bij de bondgenoten om verdere stappen te zetten in nucleaire ontwapening.” Welke concrete “verdere stappen” N-VA in gedachten heeft, wordt niet vermeld.  

Wat betreft de Amerikaanse kernwapens, stelt de N-VA dat “er nog nooit nucleaire wapens werden overgemaakt of afgestaan door Amerika aan België”. De vraag is natuurlijk wat de N-VA bedoelt met ‘overmaken’. Wellicht wordt er bedoeld dat er nog nooit Belgische gevechtsvliegtuigen rondvlogen met de Amerikaanse kernbommen, maar de N-VA gaat toch niet ontkennen dat er kernwapens in Kleine Brogel liggen? De partij zal toch in 2015 geen Vlaamse en federale resoluties ingediend hebben om kernwapens te verwijderen uit België, als die zich nooit in ons land zouden hebben bevonden?

In het N-VA verkiezingsprogramma van 2010 stond letterlijk te lezen dat “de kernwapens uit Kleine Brogel weg moeten”. De N-VA noemde die toen een “anachronisme” en “relikwie”. Theo Francken noemde in 2013 het gebrek aan parlementaire betrokkenheid “stuitend”, terwijl kamerlid Karolien Grosemans de regering-Di Rupo verweet er een ‘spookdossier’ van te maken, waardoor ‘democratie en parlementair debat ver zoek zijn’. Zes jaar later en één regeringsdeelname later, lijkt de N-VA het begrip “spookdossier” naar een hoger niveau te willen tillen.

Enkel op het vlak van een nucleaire capaciteit voor nieuwe gevechtsvliegtuigen laat N-VA de deur op een kier. De partij wil dat toekomstige onderhandelingen over een nieuw Strategisch Concept voor de NAVO worden aangegrepen om “de aanwending van jachtvliegtuigen voor nucleaire ontrading kritisch te bekijken.” Ze weigert echter duidelijk te stellen dat nieuwe gevechtsvliegtuigen hoe dan ook géén nucleaire capaciteit mogen hebben.

Opvallend in dit verband: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 64 % van de N-VA-kiezers wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent, tegenover slechts 22 % die dit niet nodig vindt.

2. CD&V

CD&V verzet zich tegen een Belgische ondertekening van het VN-kernwapenverbod. De partij stelt hiertoe een aantal voorwaarden, waaraan volgens haar momenteel niet voldaan is:

  • Het verdrag moet universeel en verifieerbaar zijn.
  • Het verdrag mag geen afbreuk doen aan het bestaande Non-Proliferatie Verdrag (NPV).
  • Toetreding tot het verdrag mag de loyauteit en geloofwaardigheid van België tegenover de NAVO niet schaden.

Momenteel is al aan twee van deze drie voorwaarden voldaan. Ten eerste. Het VN-kernwapenverbod bevat expliciete taal die verduidelijkt dat het verbodsverdrag geen afbreuk doet aan verplichtingen onder het NPV. Meer zelfs, het nieuwe VN-kernwapenverbod is een expliciete en concrete uitvoering van artikel 6 van het NPV, waarin landen zich ertoe verbinden om onderhandelingen te voeren over een verdrag dat moet leiden tot volledige nucleaire ontwapening. Ten tweede. Onderzoek van Harvard University toont aan dat NAVO-lidstaten het VN-kernwapenverbod kunnen ondertekenen, zonder dat ze daarvoor de NAVO zouden moeten verlaten.

Het VN-kernwapenverbod bevat bovendien concrete verificatiemechanismen. Het enige CD&V-criterium waaraan momenteel niet voldaan is, is de universaliteit van het verdrag. Dat criterium gaat echter voorbij aan het gegeven dat geen enkel internationaal verdrag vanaf dag 1 universele steun geniet. Ook het Non-Proliferatieverdrag en het Kernstopverdrag (CTBT), twee verdragen waar CD&V terecht grote voorstander van is, genieten geen universele steun. Maar enkel voor het VN-kernwapenverbod pleit de partij voor een consequente toepassing van een universaliteitscriterium, wat ernstige vragen doet rijzen over de oprechtheid van dit criterium.

CD&V stelt daartegenover dat geen enkele kernwapenstaat momenteel het VN-kernwapenverbod ondertekende. De partij negeert daarbij de concrete inhoud van het verdrag, dat een “join and destroy” aanpak hanteert. Kernwapenstaten kunnen daardoor toetreden tot het verdrag, voordat ze hun volledige kernwapenarsenaal geëlimineerd hebben. Met andere woorden: de kernwapenstaten worden enkel gevraagd een tijdsgebonden en verifieerbaar plan in te dienen dat moet leiden tot de volledige ontmanteling van hun nucleaire arsenalen. Is dat teveel gevraagd volgens CD&V?

Wat betreft de Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel en een nucleaire capaciteit van nieuwe gevechtsvliegtuigen, blaast CD&V koud en warm tegelijk. De verwijdering van kernwapens uit België en het afzien van een nucleaire capaciteit zijn voor CD&V “bespreekbaar”, maar dienen gebaseerd te zijn op overleg met en consensus tussen NAVO-landen. CD&V maakt de keuze van ons land dus ondergeschikt aan de wensen van de NAVO. Dit terwijl de stationering van Amerikaanse kernwapens een bilaterale kwestie is tussen de Verenigde Staten en België. NAVO-lid Griekenland vroeg begin jaren 2000 bijvoorbeeld de verwijdering van Amerikaanse kernwapens van Grieks grondgebied, een vraag die ingewilligd werd door de Verenigde Staten. Maar dan moet je natuurlijk wel eerst de vraag stellen aan de Amerikaanse regering, iets wat de federale regering al jarenlang weigert te doen.

Opvallend ook nog: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 65 % van de CD&V kiezers zich verzet tegen nucleaire F35-gevechtsvliegtuigen. CD&V-kiezers zijn ook uitgesproken voorstander van een Belgische toetreding tot het VN-kernwapenverbod: 69 % vindt dat de volgende regering dit moet doen, tegenover slechts 20 % die dit niet nodig vindt.

3. Open Vld

Open Vld weigert kleur te bekennen over een verwijdering van kernwapens uit Kleine Brogel en een nucleaire capaciteit van F35-gevechtsvliegtuigen. De partij laat weten “geen voorafnames te willen doen op deze discussies”, en dit “op het gepaste moment in de toekomst te bekijken.” De Vlaamse kiezer blijft zo in het ongewisse over de visie van Open Vld op het toekomstige Belgische kernwapenbeleid.

De partij verzet zich verder uitdrukkelijk tegen een Belgische ondertekening van het VN-kernwapenverbod. Ze vertelt hierbij verschillende feitelijke onwaarheden over het verbodsverdrag, die lijnrecht ingaan tegen de analyses van gespecialiseerde en gereputeerde instellingen als het Internationale Rode Kruis of Harvard University.

In wat volgt wordt ingegaan op de belangrijkste onwaarheden die Open Vld verkondigt: het VN-verbodsverdrag zou bestaande verificatiemechanismen verzwakken, zou het Non-Proliferatieverdrag uit 1970 ondermijnen, en zou niet verenigbaar zijn met NAVO-lidmaatschap.

  1. “Het VN-kernwapenverbod verzwakt bestaande verificatiemechanismen”

Open Vld beweert dat het VN-kernwapenverbod zwakke verificatiemechanismen bevat en een “paar essentiële safeguards over het hoofd” ziet. Daarmee wordt de schijn gewekt dat het VN-verbodsverdrag de bestaande safeguards-standaarden zou verzwakken en dat landen met nucleaire ambities het NPV zouden kunnen ruilen voor een verbodsverdrag met zwakkere controlemechanismen.

Achtergrond: wat zijn safeguards?   Safeguards zijn een set van technische maatregelen die moeten verzekeren dat een staat nucleaire technologie en materialen enkel gebruikt voor vreedzame doeleinden, en dus niet inzet voor de productie van kernwapens. “Verificatie” maatregelen hebben betrekking op de controlemechanismen voor de correcte uitvoering van de safeguards.   Internationaal bestaan er twee safeguards-overeenkomsten die door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) beheerd worden: het Comprehensive Safeguards Agreement (CSA) en het vrijwillige Additional Protocol (AP). Landen die dit aanvullende protocol hebben aanvaard, gaan akkoord om het IAEA nog uitgebreidere inspectie-mogelijkheden te geven als onder het CSA, zodat het IAEA beter kan verifiëren of de staat in kwestie niet stiekem aan een kernwapenprogramma werkt. 

Dergelijke claims zijn simpelweg onwaar. Het VN-verbodsverdrag bevat safeguards-standaarden (de Comprehensive Safeguards) die minstens gelijk zijn aan de standaarden in het NPV, en op verschillende punten zelfs sterker zijn.

Het VN-verbodsverdrag verplicht elke verdragspartij om ofwel zijn bestaande CSA-overeenkomst met het IAEA te handhaven, ofwel -als het nog geen CSA-overeenkomst heeft afgesloten- zo’n overeenkomst te onderhandelen met het IAEA. Dit is een sterkere verplichting dan de verplichting onder het NPV (artikel III), die geen specifieke standaarden vermeldt.

Het VN-verbodsverdrag zorgt er dus voor dat méér landen een CSA-overeenkomst afsluiten met het IAEA, en dat er dus méér mogelijkheden zijn om te verifiëren of een staat stiekem aan een kernwapenprogramma werkt. Kernwapenstaten die toetreden tot het verbodsverdrag zijn bovendien verplicht om een safeguards-overeenkomst af te sluiten, wat niét het geval is onder het NPV.

Bovendien is elke verdragspartij die verdergaande safeguards-standaarden afsloot (zogenaamde Additional protocols)verplicht om deze te behouden onder het nieuwe VN-verbodsverdrag.Zo’n landen zijn na toetreding tot het verbodsverdrag juridisch verplicht om deze verdergaande afspraken te handhaven als ze in het verbodsverdrag willen blijven. NPV-verdragspartijen, daarentegen, kunnen beslissen om de AP-standaard te verlaten, zonder dat dit betekent dat ze het NPV hoeven te verlaten.

  • “Het VN-verbodsverdrag ondermijnt het Non-Proliferatieverdrag”

Het VN-verbodsverdrag ondermijnt op geen enkele wijze het Non-Proliferatieverdrag. Integendeel: de preambule van het verdrag herbevestigt expliciet de centrale rol van het NPV, terwijl artikel 18 van het verbodsverdrag expliciteert dat ondertekening van het verdrag op geen enkele wijze afbreuk doet aan verplichtingen onder andere ontwapenings- en non-proliferatieverdragen.

  • “Ondertekening van het VN-verbodsverdrag is onverenigbaar met NAVO-lidmaatschap”

Open Vld stelt dat België “moeilijk voor een verdrag kan stemmen dat de NAVO illegaal zou maken.” Ook hier slaat de partij de bal mis. Nucleaire afschrikking is immers maar één element van de NAVO-strategie. Als België het verbodsverdrag zou ondertekenen, kan het gerust NAVO-lid blijven en meewerken aan grote delen van de NAVO-strategie. Toetreding tot het verbodsverdrag zou enkel betekenen dat België niet langer deelneemt aan het nucleaire gedeelte van de NAVO-strategie.

Dat is allesbehalve revolutionair. Onderzoek van Harvard University toont aan dat NAVO-lidstaten het VN-kernwapenverbod kunnen ondertekenen, zonder dat ze daarvoor de NAVO “illegaal” hoeven te verklaren of de Alliantie zouden moeten verlaten.

Verschillende NAVO-lidstaten hebben momenteel al een nationaal beleid dat deelname aan de nucleaire activiteiten van de NAVO beperkt of verbiedt. Denemarken, Noorwegen en Spanje staan in vredestijd geen kernwapens toe op hun grondgebied, terwijl IJsland en Litouwen de plaatsing van kernwapens op hun grondgebied in alle omstandigheden verbieden. IJsland, Denemarken en Noorwegen staan bovendien geen nucleaire marineschepen toe in hun havens. Dit weerhoudt deze NAVO-landen er niet van om op andere manieren een bijdrage aan NAVO te leveren.

Opvallend ook nog: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 61 % van de Open Vld-kiezers wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent, tegenover 30 % die dit niet nodig vindt.

4. Groen

Groen wil dat de volgende federale regering het VN-kernwapenverbod ondertekent, de Amerikaanse kernwapens verwijdert uit Kleine Brogel en ervoor zorgt dat nieuwe gevechtsvliegtuigen géén nucleaire taak hebben.

De partij wijst er hierbij op dat NAVO-lidmaatschap geen verplichting inhoudt om deel te nemen aan de nucleaire capaciteit van de Alliantie. Groen is ook overtuigd van de meerwaarde van het VN-verbodsverdrag, omdat dit een internationaalrechtelijke norm zou vastleggen die kernwapens illegaal maakt. “Dat betekent uiteraard niet dat nucleaire wapens meteen zouden verdwijnen, maar de juridische consensus dat deze wapens illegaal zijn, zou het proces van ontwapening versnellen en de druk op de kernwapenmogendheden doen toenemen”, aldus Groen.

5. Sp.a

Sp.a wil dat de volgende federale regering onmiddellijk het VN-kernwapenverbod ondertekent, Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel verwijdert en nieuwe gevechtsvliegtuigen niét uitrust met een nucleaire capaciteit. Voor de partij begint nucleaire ontwapening bij een kernwapenvrij België dat internationaal een voortrekkersrol speelt om tot verdere ontwapening te komen.

Sp.a klaagt daarnaast de gebrekkige transparantie over de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel aan. “Na het stuitend gebrek aan parlementair en maatschappelijk debat over de vervanging van F16s, is ook deze kwestie gehuld in geheimzinnigheid en onduidelijkheid. Mogen wij dus weten door wie, waar en wanneer de beslissing tot modernisering in het verleden werd genomen”, vraagt de partij zich af.

6. PVDA

PVDA wil dat de volgende federale regering onmiddellijk het nieuwe verbodsverdrag ondertekent, Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel verwijdert en nieuwe gevechtsvliegtuigen niét uitrust met een nucleaire capaciteit.

PVDA vindt het VN-kernwapenverbod een “logische stap richting kernwapenvrije wereld” en vindt dat België het voortouw moet nemen en andere landen overtuigen om hetzelfde te doen. Dit is voor de partij ook onlosmakelijk verbonden met een Belgische uitstap uit de NAVO, die volgens PVDA een “oorlogsalliantie” is die “altijd een onderdeel van het probleem zal zijn, nooit van de oplossing.”

ernwapenbevraging Vlaamse politieke partijen- mei 2019

Inleiding

Anno 2019 spelen kernwapens opnieuw een centrale rol in de internationale politiek. De Amerikaanse President Trump zegt aan sneltreintempo ontwapeningsverdragen met Rusland en Iran op. Noord-Korea werkt verder aan de uitbouw van een kernwapenprogramma. Alle negen kernwapenstaten werken ondertussen aan enorme moderniseringsprogramma’s van hun nucleaire arsenalen, waardoor deze massavernietigingswapens nog decennia kunnen blijven bestaan.

Het Non-Proliferatieverdrag uit 1970, waarin niet-kernwapenstaten beloofden om geen kernwapens te verwerven in ruil voor de belofte van kernwapenstaten om volledig nucleair te ontwapenen, staat onder enorme druk door de niet-ingeloste beloftes van de kernwapenstaten. Een nieuwe nucleaire wapenwedloop loert om de hoek, en is volgens sommigen al ingezet.

Er is echter ook een lichtpuntje te midden van deze nucleaire duisternis. Op 7 juli 2017 namen 122 VN-lidstaten een nieuw VN-Verdrag aan voor een Verbod op Kernwapens. Dit verdrag treedt in werking nadat 50 landen het hebben ondertekend en geratificeerd. Het nieuwe verdrag moet de politieke druk op kernwapenstaten verhogen om versneld te ontwapenen, de mondiale bewegingsvrijheid van nucleaire arsenalen inperken, en ervoor zorgen dat financiële instellingen zich terugtrekken uit de kernwapenindustrie. Het heeft nu al een concrete impact. De afgelopen twee jaar trokken verschillende grote banken en pensioenfondsen zich terug uit de kernwapenindustrie.

Waar bevindt België zich in deze debatten? Ons land speelt een belangrijke rol in de instandhouding van de nucleaire status quo. De uittredende regering boycotte de onderhandelingen over een VN-kernwapenverbod, weigert Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel te verwijderen en wil nieuwe gevechtsvliegtuigen wellicht uitrusten met de capaciteit om kernwapens te kunnen inzetten. 

Die status quo-houding staat in schril contrast met de Belgische publieke opinie. Uit een peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens liet uitvoeren in april 2019, blijkt duidelijk dat de Belgische bevolking een totaal ander kernwapenbeleid wil.

  • Een 2/3 meerderheid wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent (64%).
  • Een duidelijke meerderheid (53 %) wil dat nieuwe F35-gevechtsvliegtuigen niet uitgerust worden met een nucleaire capaciteit, dubbel zoveel als de voorstanders van zo’n nucleaire capaciteit (27 %).
  • Het aantal tegenstanders van een blijvende aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel is bijna dubbel zo groot als de voorstanders van een verlengde aanwezigheid (49 % vs 27 %).

Zal de volgende federale regering de Belgische publieke opinie eindelijk ernstig nemen? Het antwoord zullen we kennen na 26 mei 2019, wanneer politieke partijen een nieuw regeerakkoord onderhandelen.

In afwachting daarvan bevroeg de Belgische Coalitie tegen Kernwapens de verschillende politieke partijen, om zo hun standpunten over kernwapens nauwkeurig in kaart te kunnen brengen. In wat volgt vindt u een samenvatting van de antwoorden, evenals een aantal kritische bedenkingen en een fact check bij bepaalde claims.

 1. N-VA

De N-VA verzet zich tegen een Belgische “eenzijdige” ondertekening van het VN-kernwapenverbod, en zegt dat hierover een consensus moet zijn tussen NAVO-lidstaten. Ze stelt hiertegenover dat “de N-VA zal blijven pleiten bij de bondgenoten om verdere stappen te zetten in nucleaire ontwapening.” Welke concrete “verdere stappen” N-VA in gedachten heeft, wordt niet vermeld.  

Wat betreft de Amerikaanse kernwapens, stelt de N-VA dat “er nog nooit nucleaire wapens werden overgemaakt of afgestaan door Amerika aan België”. De vraag is natuurlijk wat de N-VA bedoelt met ‘overmaken’. Wellicht wordt er bedoeld dat er nog nooit Belgische gevechtsvliegtuigen rondvlogen met de Amerikaanse kernbommen, maar de N-VA gaat toch niet ontkennen dat er kernwapens in Kleine Brogel liggen? De partij zal toch in 2015 geen Vlaamse en federale resoluties ingediend hebben om kernwapens te verwijderen uit België, als die zich nooit in ons land zouden hebben bevonden?

In het N-VA verkiezingsprogramma van 2010 stond letterlijk te lezen dat “de kernwapens uit Kleine Brogel weg moeten”. De N-VA noemde die toen een “anachronisme” en “relikwie”. Theo Francken noemde in 2013 het gebrek aan parlementaire betrokkenheid “stuitend”, terwijl kamerlid Karolien Grosemans de regering-Di Rupo verweet er een ‘spookdossier’ van te maken, waardoor ‘democratie en parlementair debat ver zoek zijn’. Zes jaar later en één regeringsdeelname later, lijkt de N-VA het begrip “spookdossier” naar een hoger niveau te willen tillen.

Enkel op het vlak van een nucleaire capaciteit voor nieuwe gevechtsvliegtuigen laat N-VA de deur op een kier. De partij wil dat toekomstige onderhandelingen over een nieuw Strategisch Concept voor de NAVO worden aangegrepen om “de aanwending van jachtvliegtuigen voor nucleaire ontrading kritisch te bekijken.” Ze weigert echter duidelijk te stellen dat nieuwe gevechtsvliegtuigen hoe dan ook géén nucleaire capaciteit mogen hebben.

Opvallend in dit verband: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 64 % van de N-VA-kiezers wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent, tegenover slechts 22 % die dit niet nodig vindt.

2. CD&V

CD&V verzet zich tegen een Belgische ondertekening van het VN-kernwapenverbod. De partij stelt hiertoe een aantal voorwaarden, waaraan volgens haar momenteel niet voldaan is:

  • Het verdrag moet universeel en verifieerbaar zijn.
  • Het verdrag mag geen afbreuk doen aan het bestaande Non-Proliferatie Verdrag (NPV).
  • Toetreding tot het verdrag mag de loyauteit en geloofwaardigheid van België tegenover de NAVO niet schaden.

Momenteel is al aan twee van deze drie voorwaarden voldaan. Ten eerste. Het VN-kernwapenverbod bevat expliciete taal die verduidelijkt dat het verbodsverdrag geen afbreuk doet aan verplichtingen onder het NPV. Meer zelfs, het nieuwe VN-kernwapenverbod is een expliciete en concrete uitvoering van artikel 6 van het NPV, waarin landen zich ertoe verbinden om onderhandelingen te voeren over een verdrag dat moet leiden tot volledige nucleaire ontwapening. Ten tweede. Onderzoek van Harvard University toont aan dat NAVO-lidstaten het VN-kernwapenverbod kunnen ondertekenen, zonder dat ze daarvoor de NAVO zouden moeten verlaten.

Het VN-kernwapenverbod bevat bovendien concrete verificatiemechanismen. Het enige CD&V-criterium waaraan momenteel niet voldaan is, is de universaliteit van het verdrag. Dat criterium gaat echter voorbij aan het gegeven dat geen enkel internationaal verdrag vanaf dag 1 universele steun geniet. Ook het Non-Proliferatieverdrag en het Kernstopverdrag (CTBT), twee verdragen waar CD&V terecht grote voorstander van is, genieten geen universele steun. Maar enkel voor het VN-kernwapenverbod pleit de partij voor een consequente toepassing van een universaliteitscriterium, wat ernstige vragen doet rijzen over de oprechtheid van dit criterium.

CD&V stelt daartegenover dat geen enkele kernwapenstaat momenteel het VN-kernwapenverbod ondertekende. De partij negeert daarbij de concrete inhoud van het verdrag, dat een “join and destroy” aanpak hanteert. Kernwapenstaten kunnen daardoor toetreden tot het verdrag, voordat ze hun volledige kernwapenarsenaal geëlimineerd hebben. Met andere woorden: de kernwapenstaten worden enkel gevraagd een tijdsgebonden en verifieerbaar plan in te dienen dat moet leiden tot de volledige ontmanteling van hun nucleaire arsenalen. Is dat teveel gevraagd volgens CD&V?

Wat betreft de Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel en een nucleaire capaciteit van nieuwe gevechtsvliegtuigen, blaast CD&V koud en warm tegelijk. De verwijdering van kernwapens uit België en het afzien van een nucleaire capaciteit zijn voor CD&V “bespreekbaar”, maar dienen gebaseerd te zijn op overleg met en consensus tussen NAVO-landen. CD&V maakt de keuze van ons land dus ondergeschikt aan de wensen van de NAVO. Dit terwijl de stationering van Amerikaanse kernwapens een bilaterale kwestie is tussen de Verenigde Staten en België. NAVO-lid Griekenland vroeg begin jaren 2000 bijvoorbeeld de verwijdering van Amerikaanse kernwapens van Grieks grondgebied, een vraag die ingewilligd werd door de Verenigde Staten. Maar dan moet je natuurlijk wel eerst de vraag stellen aan de Amerikaanse regering, iets wat de federale regering al jarenlang weigert te doen.

Opvallend ook nog: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 65 % van de CD&V kiezers zich verzet tegen nucleaire F35-gevechtsvliegtuigen. CD&V-kiezers zijn ook uitgesproken voorstander van een Belgische toetreding tot het VN-kernwapenverbod: 69 % vindt dat de volgende regering dit moet doen, tegenover slechts 20 % die dit niet nodig vindt.

3. Open Vld

Open Vld weigert kleur te bekennen over een verwijdering van kernwapens uit Kleine Brogel en een nucleaire capaciteit van F35-gevechtsvliegtuigen. De partij laat weten “geen voorafnames te willen doen op deze discussies”, en dit “op het gepaste moment in de toekomst te bekijken.” De Vlaamse kiezer blijft zo in het ongewisse over de visie van Open Vld op het toekomstige Belgische kernwapenbeleid.

De partij verzet zich verder uitdrukkelijk tegen een Belgische ondertekening van het VN-kernwapenverbod. Ze vertelt hierbij verschillende feitelijke onwaarheden over het verbodsverdrag, die lijnrecht ingaan tegen de analyses van gespecialiseerde en gereputeerde instellingen als het Internationale Rode Kruis of Harvard University.

In wat volgt wordt ingegaan op de belangrijkste onwaarheden die Open Vld verkondigt: het VN-verbodsverdrag zou bestaande verificatiemechanismen verzwakken, zou het Non-Proliferatieverdrag uit 1970 ondermijnen, en zou niet verenigbaar zijn met NAVO-lidmaatschap.

  1. “Het VN-kernwapenverbod verzwakt bestaande verificatiemechanismen”

Open Vld beweert dat het VN-kernwapenverbod zwakke verificatiemechanismen bevat en een “paar essentiële safeguards over het hoofd” ziet. Daarmee wordt de schijn gewekt dat het VN-verbodsverdrag de bestaande safeguards-standaarden zou verzwakken en dat landen met nucleaire ambities het NPV zouden kunnen ruilen voor een verbodsverdrag met zwakkere controlemechanismen.

Achtergrond: wat zijn safeguards?   Safeguards zijn een set van technische maatregelen die moeten verzekeren dat een staat nucleaire technologie en materialen enkel gebruikt voor vreedzame doeleinden, en dus niet inzet voor de productie van kernwapens. “Verificatie” maatregelen hebben betrekking op de controlemechanismen voor de correcte uitvoering van de safeguards.   Internationaal bestaan er twee safeguards-overeenkomsten die door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) beheerd worden: het Comprehensive Safeguards Agreement (CSA) en het vrijwillige Additional Protocol (AP). Landen die dit aanvullende protocol hebben aanvaard, gaan akkoord om het IAEA nog uitgebreidere inspectie-mogelijkheden te geven als onder het CSA, zodat het IAEA beter kan verifiëren of de staat in kwestie niet stiekem aan een kernwapenprogramma werkt. 

Dergelijke claims zijn simpelweg onwaar. Het VN-verbodsverdrag bevat safeguards-standaarden (de Comprehensive Safeguards) die minstens gelijk zijn aan de standaarden in het NPV, en op verschillende punten zelfs sterker zijn.

Het VN-verbodsverdrag verplicht elke verdragspartij om ofwel zijn bestaande CSA-overeenkomst met het IAEA te handhaven, ofwel -als het nog geen CSA-overeenkomst heeft afgesloten- zo’n overeenkomst te onderhandelen met het IAEA. Dit is een sterkere verplichting dan de verplichting onder het NPV (artikel III), die geen specifieke standaarden vermeldt.

Het VN-verbodsverdrag zorgt er dus voor dat méér landen een CSA-overeenkomst afsluiten met het IAEA, en dat er dus méér mogelijkheden zijn om te verifiëren of een staat stiekem aan een kernwapenprogramma werkt. Kernwapenstaten die toetreden tot het verbodsverdrag zijn bovendien verplicht om een safeguards-overeenkomst af te sluiten, wat niét het geval is onder het NPV.

Bovendien is elke verdragspartij die verdergaande safeguards-standaarden afsloot (zogenaamde Additional protocols)verplicht om deze te behouden onder het nieuwe VN-verbodsverdrag.Zo’n landen zijn na toetreding tot het verbodsverdrag juridisch verplicht om deze verdergaande afspraken te handhaven als ze in het verbodsverdrag willen blijven. NPV-verdragspartijen, daarentegen, kunnen beslissen om de AP-standaard te verlaten, zonder dat dit betekent dat ze het NPV hoeven te verlaten.

  • “Het VN-verbodsverdrag ondermijnt het Non-Proliferatieverdrag”

Het VN-verbodsverdrag ondermijnt op geen enkele wijze het Non-Proliferatieverdrag. Integendeel: de preambule van het verdrag herbevestigt expliciet de centrale rol van het NPV, terwijl artikel 18 van het verbodsverdrag expliciteert dat ondertekening van het verdrag op geen enkele wijze afbreuk doet aan verplichtingen onder andere ontwapenings- en non-proliferatieverdragen.

  • “Ondertekening van het VN-verbodsverdrag is onverenigbaar met NAVO-lidmaatschap”

Open Vld stelt dat België “moeilijk voor een verdrag kan stemmen dat de NAVO illegaal zou maken.” Ook hier slaat de partij de bal mis. Nucleaire afschrikking is immers maar één element van de NAVO-strategie. Als België het verbodsverdrag zou ondertekenen, kan het gerust NAVO-lid blijven en meewerken aan grote delen van de NAVO-strategie. Toetreding tot het verbodsverdrag zou enkel betekenen dat België niet langer deelneemt aan het nucleaire gedeelte van de NAVO-strategie.

Dat is allesbehalve revolutionair. Onderzoek van Harvard University toont aan dat NAVO-lidstaten het VN-kernwapenverbod kunnen ondertekenen, zonder dat ze daarvoor de NAVO “illegaal” hoeven te verklaren of de Alliantie zouden moeten verlaten.

Verschillende NAVO-lidstaten hebben momenteel al een nationaal beleid dat deelname aan de nucleaire activiteiten van de NAVO beperkt of verbiedt. Denemarken, Noorwegen en Spanje staan in vredestijd geen kernwapens toe op hun grondgebied, terwijl IJsland en Litouwen de plaatsing van kernwapens op hun grondgebied in alle omstandigheden verbieden. IJsland, Denemarken en Noorwegen staan bovendien geen nucleaire marineschepen toe in hun havens. Dit weerhoudt deze NAVO-landen er niet van om op andere manieren een bijdrage aan NAVO te leveren.

Opvallend ook nog: uit de peiling die de Belgische Coalitie tegen Kernwapens in april 2019 liet uitvoeren, blijkt dat 61 % van de Open Vld-kiezers wil dat België het VN-kernwapenverbod ondertekent, tegenover 30 % die dit niet nodig vindt.

4. Groen

Groen wil dat de volgende federale regering het VN-kernwapenverbod ondertekent, de Amerikaanse kernwapens verwijdert uit Kleine Brogel en ervoor zorgt dat nieuwe gevechtsvliegtuigen géén nucleaire taak hebben.

De partij wijst er hierbij op dat NAVO-lidmaatschap geen verplichting inhoudt om deel te nemen aan de nucleaire capaciteit van de Alliantie. Groen is ook overtuigd van de meerwaarde van het VN-verbodsverdrag, omdat dit een internationaalrechtelijke norm zou vastleggen die kernwapens illegaal maakt. “Dat betekent uiteraard niet dat nucleaire wapens meteen zouden verdwijnen, maar de juridische consensus dat deze wapens illegaal zijn, zou het proces van ontwapening versnellen en de druk op de kernwapenmogendheden doen toenemen”, aldus Groen.

5. Sp.a

Sp.a wil dat de volgende federale regering onmiddellijk het VN-kernwapenverbod ondertekent, Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel verwijdert en nieuwe gevechtsvliegtuigen niét uitrust met een nucleaire capaciteit. Voor de partij begint nucleaire ontwapening bij een kernwapenvrij België dat internationaal een voortrekkersrol speelt om tot verdere ontwapening te komen.

Sp.a klaagt daarnaast de gebrekkige transparantie over de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Kleine Brogel aan. “Na het stuitend gebrek aan parlementair en maatschappelijk debat over de vervanging van F16s, is ook deze kwestie gehuld in geheimzinnigheid en onduidelijkheid. Mogen wij dus weten door wie, waar en wanneer de beslissing tot modernisering in het verleden werd genomen”, vraagt de partij zich af.

6. PVDA

PVDA wil dat de volgende federale regering onmiddellijk het nieuwe verbodsverdrag ondertekent, Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel verwijdert en nieuwe gevechtsvliegtuigen niét uitrust met een nucleaire capaciteit.

PVDA vindt het VN-kernwapenverbod een “logische stap richting kernwapenvrije wereld” en vindt dat België het voortouw moet nemen en andere landen overtuigen om hetzelfde te doen. Dit is voor de partij ook onlosmakelijk verbonden met een Belgische uitstap uit de NAVO, die volgens PVDA een “oorlogsalliantie” is die “altijd een onderdeel van het probleem zal zijn, nooit van de oplossing.”