80 jaar na de Bom: De illusie van veiligheid en de noodzaak van ontwapening
Op 10 december 2024 vond de uitreiking plaats van de Nobelprijs voor de Vrede aan Nihon Hidankyo, een organisatie van de slachtoffers van de atoomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki.
In 2025 is het 80 jaar geleden dat kernwapens voor het eerst werden gebruikt. Acht decennia waarin de mensheid de macht verwierf om zichzelf volledig te vernietigen. Ondanks de verwoestende gevolgen van Hiroshima en Nagasaki, zijn kernwapens anno 2024 nog steeds een hoeksteen van internationale politiek. Hoe kan het dat, na die gruwelijke zomer van 1945, de wereld deze dreiging blijft tolereren?
De illusie van Veiligheid
Kernwapenstaten rechtvaardigen hun arsenalen met het idee van ’veiligheid‘ en ’nucleaire afschrikking‘. Ook België, dat kernwapens van de Verenigde Staten in NAVO-verband op zijn grondgebied herbergt, draagt bij aan dit narratief. Kernwapens bieden geen veiligheid, ze vormen een reëel risico voor het voortbestaan van alle leven op onze planeet.
Sinds het begin van de Koude Oorlog hebben we gezien dat kernwapens conflicten niet voorkomen, maar eerder verergeren. De recente nucleaire chantage vanuit Rusland, de NAVO, Israël en andere staten is daar een duidelijk bewijs van. De dreiging van het gebruik van kernwapens is onaanvaardbaar en riskeert burgers over de hele wereld de prijs te doen betalen.
De hypocrisie van macht
Het onderscheid tussen “goede” en “slechte” kernwapenstaten is een mythe. Het bezit van kernwapens is een kwestie van macht, niet van moraliteit. Wie bepaalt welke landen “verantwoordelijk” genoeg zijn om deze wapens te bezitten? Als kernwapens echt veiligheid bieden, waarom zijn de meeste landen in de wereld dan zo tegen de verspreiding ervan?
De dubbele rol van België
België draagt een bijzondere verantwoordelijkheid. Het uranium voor de eerste kernbommen kwam grotendeels uit Belgisch Congo en veroorzaakte sociale en ecologische schade die vandaag nog steeds zichtbaar is. Later werd België zelf gastland voor kernwapens van de Verenigde Staten. De aanwezigheid van kernkoppen op de militaire basis van Kleine-Brogel maakt van België een potentieel doelwit in geval van een conflict. België heeft echter ook getoond dat het een voortrekkersrol kan spelen. In 1995 werd België het eerste land dat het verdrag tegen antipersoonsmijnen ondertekende en in 2006 verbood het clustermunitie. Waarop wacht België nog om zich in te zetten voor een kernwapenvrije wereld?
Een hoopvol alternatief
Op 10 december 2024 kreeg Nihon Hidankyo, de Japanse organisatie van overlevenden van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, de Nobelprijs voor de Vrede. Hun krachtige getuigenissen herinneren de wereld eraan dat kernwapens nooit meer mogen worden gebruikt. Deze erkenning volgt op andere prijzen, zoals de Nobelprijs voor de Vrede voor ICAN (International Campaign to Abolish Nuclear Weapons) in 2017, die ertoe heeft bijgedragen dat het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (TPNW) is goedgekeurd. Dit verdrag verbiedt kernwapens categorisch en biedt een route naar volledige kernontwapening. Hoewel sommigen deze overwinning zien als een strategische en ‘veilige’ keuze, is het dat allesbehalve. Nihon Hidankyo is niet alleen een herinnering voor de Hibakusha, hun vastberaden strijd voor een totaal verbod op kernwapens mag niet onderschat worden. Hun overwinning herinnert ons eraan dat de noodzaak van ontwapening dringender is dan ooit.
De plicht tot actie: parliamentary pledge
De risico’s van kernwapens zijn zeer reëel. De Belgische verkozenen en politieke leiders moeten nu hun verantwoordelijkheid opnemen. In de afgelopen weken zijn onze parlementsleden aangeschreven met de vraag om de oproep van ICAN voor ontwapening te ondertekenen en leiderschap te tonen. Meer dan 1300 parlementsleden over de hele wereld hebben zich al aangesloten bij dit initiatief. België kan een verschil maken.
80 jaar na Hiroshima is het tijd om de belofte van ’nooit meer‘ waar te maken. Geen kernwapens, nergens, nooit.